naar hoofdtekst gaan

Draadloze verbinding

Voordat u begint met het instellen van een draadloze verbinding

  1. Zorg dat de printer is ingeschakeld.

    Wanneer de printer is ingeschakeld, brandt het AAN/UIT (POWER)-lampje (A).

    afbeelding: het AAN/UIT-lampje brandt

    (Wordt weergegeven in een nieuw venster)

  2. Wanneer de knop HOME (B) op de printer brandt, raakt u de knop HOME aan.

    Het scherm HOME
  3. Veeg op het scherm naar links of rechts en tik op WLAN.

    Het scherm HOME: Selecteer WLAN
  4. Tik op Instellingen draadloos LAN (Wireless LAN setup).

    Het Wi-Fi-lampje (C) knippert wanneer de draadloze verbinding is ingeschakeld.

    Het scherm WLAN: Selecteer Instellingen draadloos LAN
  5. De printer zal automatisch zoeken naar compatibele toegangspunten.

    Selecteer de methode die overeenkomt met wat op uw printer wordt weergegeven.

    *Als het scherm Methode drukknop wordt weergegeven op de printer

    Als u niet zeker weet of uw toegangspunt of router deze technologie ondersteunt, tikt u op Andere verbindingsmethoden (To other connection methods).

    (Ga naar de handleiding voor standaardinstellingen)